Volgens de geschiedenisboeken is India het land waar de curry zijn oorsprong vindt. Door het drijven van handel verspreidde het gerecht zich verder over Azië.  Denk hierbij aan landen als Thailand, Maleisië en Sri Lanka. Maar de liefde voor curry bleef niet beperkt tot Azië. Ook in Engeland is curry een bijzonder populair gerecht. De Britten koloniseerden aan het eind van de 19e eeuw India en leerden daar curry eten. De kolonisatie duurde tot het midden van de 20e eeuw, maar er wonen nog steeds veel Indiërs in het Verenigd Koninkrijk. Zij en de uit India teruggekeerde Engelsen brachten de curry naar Europa. Ook de Nederlandse VOC had nog een blauwe maandag een handelspost in India voor de specerijenhandel.
Je zult als West-Europeaan misschien snel geneigd zijn te denken dat een curry een curry is. Maar roep dat maar niet hardop. Want een Indiase curry is zeker niet hetzelfde als een Thaise. In India worden namelijk nooit currypasta’s gebruikt, maar er worden altijd hele of gemalen specerijen toegevoegd. In Thailand worden currypasta’s gebruikt. Die currypasta kun je natuurlijk in een toko of bij de supermarkt kopen. Zeker voor mensen die net beginnen met het maken van curry kan het best handig zijn. Let wel op de kwaliteit. Een goede currypasta bestaat uit specerijen en olie. Zout, suiker en allerlei conserveringsmiddelen horen er niet in thuis. Etiketten lezen dus! Je kunt overigens best makkelijk je eigen, verse, currypasta maken. Zonder onnodige toevoegingen en zo scherp of mild als jij het lekker vindt. Doordat je dan met verse ingrediënten werkt, krijgt de curry die je maakt een veel krachtiger smaak. Homemade currypasta laat zich heel goed invriezen, dus maak gewoon een voorraadje.